De maand mei betekent voor veel werkgevers dat de uitbetaling van vakantiegeld eraan komt. Maar wat als je bedrijf in financieel zwaar weer zit, en de betaling op dit moment eigenlijk niet op te brengen is? In sommige gevallen kan het uitstellen of tijdelijk deels overslaan van deze uitbetaling een manier zijn om je bedrijf overeind te houden. Toch is dit wettelijk gezien niet zomaar toegestaan: je mag hiervan alleen afwijken als je personeel daarmee instemt – of als de rechter daar toestemming voor geeft. Lees je weer met ons mee?
Wettelijke verplichting: vóór 1 juli
Elke werknemer in Nederland heeft recht op vakantiegeld. Volgens de wet moet dit uiterlijk op 1 juli worden uitbetaald. In de meeste sectoren is het, zoals hierboven genoemd, gebruikelijk om dit in mei of juni te doen. Hoe en wanneer de uitbetaling precies plaatsvindt, is vastgelegd in de cao of het arbeidscontract.
In overleg kan er meer
Is je bedrijf tijdelijk financieel niet in staat om het vakantiegeld te betalen? En zou uitstel of een gedeeltelijke betaling het verschil maken tussen blijven draaien of failliet gaan? Dan mag je alleen van de wettelijke verplichting afwijken als je medewerkers daarmee instemmen. In dat geval is het belangrijk om:
Zonder schriftelijke toestemming blijft de oorspronkelijke wettelijke verplichting gewoon staan!
Geen akkoord van personeel? Dan naar de rechter
Gaan je medewerkers niet akkoord, maar kun je vakantiegeld écht niet betalen? Dan zul je je moeten wenden tot de rechter. Die beoordeelt of het belang van de onderneming zwaarder weegt dan het recht van de werknemer op tijdige betaling.
Let op: als de rechter je ongelijk geeft, ben je alsnog verplicht om het vakantiegeld te betalen. Dit kan dan dus alsnog het faillissement van je bedrijf betekenen.
Heb je na het lezen van deze blog nog vragen? Neem gerust contact met ons op!
Terug naar overzicht