• Aandachtspunten belastingcontrole 4: verwerpen administratie
  • Aandachtspunten belastingcontrole 4: verwerpen administratie
  • Aandachtspunten belastingcontrole 4: verwerpen administratie
TvdW
06-09-2023

In deze blogserie nemen we je mee langs alle aandachtspunten van een belastingcontrole. Hoe gaat zo’n controle in zijn werk? Wat zijn jouw rechten en plichten als ondernemer tijdens een controle? En wat als er fouten worden ontdekt? Kennis van de regels bij een belastingcontrole is belangrijk, maar veel ondernemers zijn niet goed op de hoogte. Daarom nemen we je in deze blogs mee langs alles wat je moet weten, zodat je bij een controle niet meer voor verrassingen komt te staan. In deze vierde blog: wanneer kan de inspecteur de administratie verwerpen?

 

Wanneer mag de Belastingdienst administratie verwerpen?

Het doel van een belastingcontrole door de Belastingdienst is vaststellen of de administratie kan dienen als grondslag voor de uiteindelijke winstberekening. Wanneer dit niet het geval is – en er bijvoorbeeld fouten of hiaten in de administratie zitten – kan de Belastingdienst je administratie als onjuist aan de kant schuiven. Als dit gebeurt, wordt de administratie verworpen. De administratie telt dan ook niet meer mee bij het berekenen van de winst.

 

Als een controleur de administratie verwerpt, kan die nog wel zaken die hij of zij belangrijk acht corrigeren. In dat geval zullen de uiteindelijke winst en het inkopen op basis van andere zaken geschat worden, bijvoorbeeld middels een vermogensvergelijking of middels onderzoeken bij partners. De inspecteur mag zelfs een schatting van de winstberekening maken. Deze schatting mag de inspecteur niet volledig willekeurig doen: zo’n schatting moet hij of zij binnen ‘de grenzen van de redelijkheid’ uitvoeren. Daarom baseert een controleur deze in de praktijk vaak op de brutowinstmarges van vergelijkbare ondernemingen.

 

Reden 1: Materiële gebreken

Als de Belastingdienst een administratie op basis van materiële gebreken verwerpt, blijkt dat vaak uit verschillende externe verbanden. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld omzet die niet in de administratie staat maar wel tevoorschijn komt bij informatie van een afnemer, meer personeel aanwezig dan de loonstaten laten zien of een opvallend laag brutowinstmarge.

 

Ook fouten in de administratie zelf kunnen leiden tot het verwerpen van de administratie op basis van materiële gebreken. In dit geval zijn negatieve kassen, loon zwart uitbetalen, bijboeken van omzet of een opvallende uitkomst van de chikwadraattoets.

 

Omdat het verwerpen van de administratie vaak een belangrijke beslissing is, is er veel jurisprudentie van eerdere rechtszaken over te vinden. Zo zijn drie punten ontstaan waar rechters de meeste administraties op verwerpen:

  1. Een onverklaarbaar laag brutowinstpercentage
  2. Een te laag of zelfs negatief netto-privé cijfer bij een vermogensvergelijking
  3. Duidelijke en opzettelijke fouten in de administratie

 

Materiële of formele gebreken kunnen leiden tot het verwerpen van de administratie

Materiële of formele gebreken kunnen leiden tot het verwerpen van de administratie

 

Reden 2: Formele gebreken

Als de administratie niet voldoet aan alle fiscale verplichtingen, bestaat ook de mogelijkheid tot omkering van de bewijslast. Dit is het geval wanneer je niet voldoet aan de bewaarplicht, alle gegevens onjuist of onvolledig van fysiek naar digitaal hebt omgezet of je de factureringsplicht niet hebt nageleefd. Deze formele gebreken zijn al voldoende om over te gaan tot het verwerpen van de administratie. In de praktijk zijn de meeste rechters echter wel bereid om, bij kleinere formele gebreken, niet over te gaan tot omkering van de bewijslast.

 

Reden 3: Materiële en formele gebreken

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat een inspecteur zowel materiële en formele gebreken in de administratie aantreft. Een combinatie leidt vaak sneller tot het verwerpen van de administratie. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat er materiele gebreken worden gevonden die op zichzelf niet ernstig genoeg zijn om tot verwerping over te gaan, maar dat dit in combinatie met formele gebreken wél voldoende is.

 

Ondeugdelijke administratie aannemelijk maken

Voor de Belastingdienst is het zaak om eerst aan te tonen dat de administratie ondeugdelijk is. Daarna mag de ondernemer nog bewijzen dat de administratie wel degelijk in orde is. Hiervoor zijn echter wel kloppende feiten als bewijs nodig: simpelweg ontkennen is niet voldoende. Als de ondernemer de fouten die de inspecteur heeft gevonden niet kan weerleggen, is de omkering van de bewijslast definitief vastgesteld.

 

Als de omkering vastgesteld is, moet de ondernemer nogmaals aantonen dat de schatting die de Belastingdienst maakte niet redelijk is. De bewijslast ligt nu dus bij de ondernemer. Daarnaast wordt de bewijslast verhoogd. Een ondernemer moet onder deze bewijslast met zeer sterke argumenten en feiten komen om de schatting van de controle-ambtenaar te weerleggen. Uit jurisprudentie blijkt dat dit echter maar zelfden lukt.

 

Aantonen van uitstralingseffecten

Uitstralingseffecten ontstaan wanneer gebreken in een bepaald jaar doorwerken naar de administratie van andere boekjaren. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer je met foutieve saldi verder rekent, of wanneer de kans bestaat dat je dezelfde bewuste fouten meerdere jaren op rij maakt. Deze uitstralingseffecten neemt de Hoge Raad echter niet altijd aan: hiervoor moet de Belastingdienst het effect wel eerst aannemelijk maken.

 

In de laatste blog van deze serie bespreken we de beginselen van een behoorlijk bestuur. Dit is een belangrijk aspect bij het uitvoeren van een belastingcontrole. Wil je deze blog niet missen? Volg ons dan op social media. Op onze TvdW Blogt pagina kun je ook alle vorige blogs over dit onderwerp nog eens rustig teruglezen.

END

Terug naar overzicht
Cookies
Wij maken gebruik van cookies zoals omschreven in ons Privacy document. Klik op onderstaande button als u hiermee akkoord gaat. Of klik hier om deze melding te verbergen
Akkoord
×